Vakbond kritisch over noodsteun aan Diergaarde Blijdorp
08-05-2021, 14.02 uur
Gebruikt Diergaarde Blijdorp een noodlening om werknemers op straat te zetten? Die angst leeft bij vakbond FNV en de gemeenteraad van Rotterdam. Volgens een reorganisatieplan gaat ruim de helft van het geld naar ontslagregelingen en uitkeringen.
Vorig jaar verstrekte de gemeente Rotterdam een lening van 10 miljoen euro om Blijdorp door de coronacrisis te loodsen. 4 miljoen werd direct overgemaakt zodat het park de rekeningen kon blijven betalen. Om in aanmerking te komen voor de resterende 6 miljoen moest de dierentuin een toekomstvisie overleggen. De kosten en baten zijn volgens de gemeente niet in balans.
Blijdorp presenteerde daarop een reorganisatieplan. Van de 180 arbeidsplaatsen verdwijnen er vijftig. Het gaat om twintig vaste personeelsleden en dertig seizoensmedewerkers. Dat moet een jaarlijkse besparing opleveren van 2,5 miljoen euro.
Minder personeel
De hele reorganisatie kost 10 miljoen euro. Net zoveel als de lening dus. Ruim de helft van dat bedrag is bestemd voor WW-uitkeringen, omscholingstrajecten en ontslagvergoedingen. Verder wil de dierentuin onder meer investeren in automatische toegangspoortjes. Daardoor is er bij de ingang minder personeel nodig.
De FNV en de gemeenteraad zijn zeer kritisch over het plan. Ze denken dat Blijdorp de lening gebruikt om een al geplande ontslagronde door te voeren, terwijl het geld bedoeld was om de crisis te overleven. Een deel van het personeel dat mag blijven, zou bovendien 20 procent minder betaald krijgen. Het management levert ondertussen geen euro salaris in.
Continuïteit
In een reactie aan NRC meldt Blijdorp dat de noodsteun gebruikt wordt voor de "continuïteit en het opvangen van het gemis van inkomsten". "Niemand heeft salaris ingeleverd en dat proberen we zo lang mogelijk te voorkomen."
Eerder zette de gemeenteraad van Rotterdam al vraagtekens bij de toekomst van het dierenpark. Desondanks willen veel raadsleden de structurele subsidie voor Blijdorp juist verhogen. Die is de afgelopen jaren gedaald van 4,8 miljoen naar 800.000 euro per jaar.